In Vlaanderen worden soms andere woorden en zegswijzen gebruikt dan in Nederland. Ken je hun betekenis?
- Vraag van
naar zijn goesting
- naar zijn mening
- naar zijn zin
- naar de mallemoer
- op zijn hoogtepunt
- Vraag van
kot
- kippenhok
- kraam
- opbergruimte
- studentenkamer
- Vraag van
nonkel
- oom
- kromming
- regenworm
- zeurkous
- Vraag van
hesp
- broccoli
- worst
- ham
- wiet
- Vraag van
kleed
- jas
- jurk
- mantel
- omslagdoek
- Vraag van
poepen
- boeren laten
- winden laten
- de hik hebben
- neuken
- Vraag van
kuisen
- censureren
- in orde maken
- schoonmaken
- opvoeden
- Vraag van
schoon
- mooi
- kuis
- keurig
- slim
- Vraag van
duimspijker
- duimschroef
- klinknagel
- moerbout
- punaise
- Vraag van
schreeuwen
- hoesten
- huilen
- krassen
- piepen
- Vraag van
kozijn
- kader
- knuffel
- neef
- vensterbank
- Vraag van
buizen
- een kater hebben
- zakken voor een examen
- een blauwtje lopen
- op de vlucht slaan
- Vraag van
iemand graag zien
- iemand begluren
- iemand mooi vinden
- veel met iemand omgaan
- iemand liefhebben
- Vraag van
met iemands voeten spelen
- iemand voor de gek houden
- iemand de baas zijn
- iemand te slim af zijn
- iemand een loer draaien
- Vraag van
op zijn honger blijven zitten
- armoede lijden
- lang moeten wachten
- niet aan zijn trekken komen
- de pest in hebben