in

Hoe goed ken jij deze Nederlandse spreekwoorden?

  • Vraag van

    Wat de ___ niet kent, dat vreet hij niet.

    • boer
    • vader
    • koe
    • man
  • Vraag van

    De ___ valt niet ver van de boom.

    • appel
    • peer
    • tak
    • citroen
  • Vraag van

    De ___ heeft zijn eieren gelegd.

    • draak
    • kikker
    • kip
    • feniks
  • Vraag van

    Men moet geen slapende ___ wakker maken.

    • honden
    • ouderen
    • kinderen
    • ledematen
  • Vraag van

    Voor ___ danst de beer.

    • honing
    • bier
    • vlees
    • voedsel
  • Vraag van

    Wie het ___ lacht, lacht het best.

    • laatst
    • hardst
    • eerst
    • stilst
  • Vraag van

    Jong geleerd, oud ___.

    • gedaan
    • vergeten
    • verleerd
    • verbeterd
  • Vraag van

    De laatste ___ wegen het zwaarst.

    • loodjes
    • kilo’s
    • kratten
    • stenen
  • Vraag van

    Dat is ___ na de maaltijd.

    • mosterd
    • peper
    • een voorgerecht
    • eten
  • Vraag van

    Spreken is zilver, ___ is goud.

    • zwijgen
    • schreeuwen
    • schrijven