- 
				
Vraag van
Nu hoef je nooit je ___ meer aan te trekken
		- 
					
Jas
 - 
					
Schoenen
 - 
					
Shirt
 - 
					
Trui
 
 - 
					
 - 
				
Vraag van
En te hopen dat je ___ het doet
		- 
					
licht
 - 
					
fiets
 - 
					
mobiel
 - 
					
auto
 
 - 
					
 - 
				
Vraag van
Laat buiten de stormwind nu maar razen in ___ ___
		- 
					
het donker
 - 
					
de kou
 - 
					
de nacht
 - 
					
de herfst
 
 - 
					
 - 
				
Vraag van
Want binnen is het warm en ___ en goed
		- 
					
licht
 - 
					
knus
 - 
					
fijn
 - 
					
droog
 
 - 
					
 - 
				
Vraag van
En misschien heb ik al ___ gezet
		- 
					
thee
 - 
					
koffie
 - 
					
jouw spullen weg-
 - 
					
ons geld alweer in-
 
 - 
					
 - 
				
Vraag van
En als de zon schijnt buiten gaan we lopen door de ___
		- 
					
duinen
 - 
					
bossen
 - 
					
bergen
 - 
					
natuur
 
 - 
					
 - 
				
Vraag van
Een ___ buiten geeft wat licht
		- 
					
straatlantaarn
 - 
					
bruin café
 - 
					
stoplicht
 - 
					
discotheek
 
 - 
					
 - 
				
Vraag van
En de dingen in de kamer worden ___ die gaan slapen
		- 
					
vrienden
 - 
					
mensen
 - 
					
kinderen
 - 
					
ouders
 
 - 
					
 - 
				
Vraag van
De ___ staan te wachten op ‘t ontbijt
		- 
					
stoelen
 - 
					
kinderen
 - 
					
jongeren
 - 
					
ouderen
 
 - 
					
 - 
				
Vraag van
Maar de dingen in de kamer zouden ___loze dingen zijn, zonder jou
		- 
					
waarde-
 - 
					
leven-
 - 
					
kleur-
 - 
					
hope-
 
 -