- Vraag van
Ik kwam jou ___, oh hee ho
- tegen
- ophalen
- vergezellen
- trakteren
- Vraag van
___, oh hee ho
- Jij was verlegen
- Ik gaf je een negen
- Jij was mijn zege
- in de stromende regen
- Vraag van
Loop nu al ___, oh hee ho
- dagen
- uren
- weken
- jaren
- Vraag van
Want ik wil ___, oh hee ho
- je wat vragen
- me niet verlagen
- het iets vertragen
- niet meer klagen
- Vraag van
Ik zit te ___, oh hee ho
- dromen
- eten
- werken
- lezen
- Vraag van
Ik kan jou niet ___, oh hee ho
- vergeten
- zien
- verlaten
- uitstaan
- Vraag van
Heb je even voor mij, maak wat ___
- tijd voor me vrij
- eten voor mij
- mee aan mijn zij
- plaats in de rij
- Vraag van
Denk ik steeds aan jouw ___
- lach
- naam
- ogen
- vader
- Vraag van
Want ik wacht op die ___
- zoen
- poen
- bevestiging
- blik
- Vraag van
kom ___ bij mij
- vanavond
- slapen
- vissen
- wonen