-
Vraag van
Het leek al zomer, toch was het pas eind ___
-
februari
-
maart
-
april
-
mei
-
-
Vraag van
M’n ___ kwamen langs, maar ik wilde alleen
-
vrienden
-
ouders
-
neefjes
-
broers
-
-
Vraag van
___ wat wandelen, zomaar nergens heen
-
Aan het strand
-
In het bos
-
Met mijn hond
-
Op mijn gemak
-
-
Vraag van
Toen zag ik jou, je riep me met je ___
-
ogen
-
lippen
-
glimlach
-
gebaren
-
-
Vraag van
Ik was ___
-
16
-
18
-
20
-
22
-
-
Vraag van
En jij was ___
-
22
-
24
-
26
-
28
-
-
Vraag van
En van ___ wist ik nog niet veel
-
de liefde
-
het leven
-
jou
-
de wereld
-
-
Vraag van
Je droeg niet anders dan je lange ___ haar
-
blonde
-
bruine
-
rode
-
zwarte
-
-
Vraag van
Wees maar niet bang, ___ zal het je leren
-
de nacht
-
ik
-
de tijd
-
iemand
-
-
Vraag van
Maar als ___ zag ik de zon weer opgaan, en het werd zomer
-
een man
-
eerste
-
nooit tevoren
-
in een film
-